Muzikale vertelsels
In Muzikale Vertelsels kan je lezen over weetjes, curiositeiten, en nieuwigheden over muziek en (muziek)filosofie. Ben je op zoek naar een goed boek over muziek? Wil je eens een meer persoonlijkere kant leren kennen van een componist, een bepaald muziekwerk of een filosoof? Waldo post maandelijks artikels en gedachten die hem bezighouden ter voorbereiding van zijn concerten of lezingen. Welkom!
25 januari 2017
Recensie Rüdiger Safranski - Tijd
“Alles goed met jou?” “Ja hoor, maar ’t is DRUK, zeg!”
Voor een moderne westerling lijkt dit wel een standaard begroeting. We plannen maar al te vaak onze agenda stampvol, zonder ook eens echt tijd ‘voor onszelf’ te maken. We zijn gebonden aan drukke tijdschema’s om ons publieke en professionele leven te regelen, en trekken die lijn ook verder in ons persoonlijke leven. Hoe vaak voelen we ons niet onrustig en opgejaagd, en lijkt de tijd ons in te halen?
Als we willen filosoferen over de tijd, dan is de Duitse filosoof Safranski de ideale insteek. Safranski is vooral bekend van zijn monografieën over Goethe, Schiller, Heidegger (Sein und Zeit), Nietzsche en Schopenhauer. In zijn laatste boek Tijd, gooit hij het over een andere boeg en reflecteert Safranski over de versnelling van de tijdsbeleving. Er is nood aan een nieuwe ‘tijdspolitiek’. Want, zo waarschuwt Safranski, we gaan onszelf alleen maar meer ‘kwijtraken’, als we niet met z’n allen het roer omgooien. Het is als sinds de 19de eeuw dat maatschappelijke ontwikkelingen zoals de industrialisering, de mechanisering, de globalisering van smaken en gewoontes, de sociale mediatisering, enz…. onze levenskwaliteit hebben vervlakt. Safranski haalt er vele filosofen zoals Augustinus (354-430), Henri Bergson (1859-1941) of Martin Heidegger (1889-1976) bij om ons op mystieke, romantische, fenomenologische of existentiële wijze de ontreddering van de tijd aan te tonen.
Kijk maar eens naar de impact van facebook of twitter. Continu komen er, van over de hele wereld, prikkels op ons af. Safranski spreekt over een wereldomspannende gelijktijdigheid die onder andere door de media tot stand is gekomen en hoe we op dit ogenblik ons in een soort van latente hysterie bevinden. Goethe benoemde het fenomeen al in de 18de eeuw in zijn Wilhelm Meisters Lehrjahre:
"De mens is geboren voor een beperkte situatie. Eenvoudige, dichtbije, duidelijke doelen kan hij begrijpen, en hij went zich aan de middelen te gebruiken die hem meteen ten dienste staan. Maar zodra hij iets groters te maken krijgt, weet hij niet wat hij wil of wat hij moet doen, en het maakt niet uit of hij door de veelheid van dingen zich niet meer kan concentreren of dat hij door de grootte en de waarde van de dingen het contact met zichzelf kwijtraakt."
De snelheid van prikkels waarmee we overstelpt worden is onmogelijk voor ons om te verwerken. We zijn gewend en verslaafd geworden aan sensaties en verlangen een steeds hogere dosis opwinding... Het gevolg? We worden gevoelloos en stompen af. Volgens Safranski is deze versnelling van de maatschappij dan ook onhoudbaar.
Safranski omschrijft vervolgens ook de huidige economische crisis en bankencrisis als een duidelijk gevolg van het verkeerd omgaan met tijd. Net als de bergen afval die zich overal ter wereld aan het opstapelen zijn, hebben banken jarenlang ook de termijnen voor het aflossen van kredieten opgestapeld en naar de toekomst doorgeschoven. Eens moest zich dit gaan wreken. Benieuwd wanneer de bergen afval zich zullen wreken? Het is slechts een kwestie van tijd, een tijd die we niet onder ogen willen zijn.
Want “Tijd is geld”, zeggen we vaak. Er is geen tijd te verliezen, en ondertussen laten ons volledig leiden door een tijdslogica die we onszelf hebben opgelegd. We ver-ding-lijken de tijd en laten onze (bepertke) levenstijd omzetten in machinetijd (zoals treintijden, ingestelde alarmklokken of prikklokken op het werk). Een organische en intuïtieve omgang met tijd is dan ook volledig uit den boze sinds de industriële revolutie!
Er is dus een revolutie nodig die ‘de eigen tijd chronologisch, cultureel en economisch voldoende bescherming en ontplooiingsmogelijkheden biedt’. Met deze stelling werpt Safranski zich op als activist en pleit hij voor een terugkeer naar een religieuze, bijna mystieke zingeving. Hij vindt dat we terug moeten nadenken over onze eigen tijd, over de dood en de eeuwigheid. We moeten ‘tijd nemen’ om de hectische samenleving achter ons te laten.
Maar hoe kan men überhaupt ook over tijd nadenken? Proberen we de tijd voor te stellen, dan lijkt het ons te ontglippen en zijn er tijdens dat denken weer heel wat kostbare minuten of uren weggetikt… Als object is de tijd simpelweg niet te vatten, stelt Safranski. We moeten streven naar een tijdsbeleving dat zich niet laat dicteren door de wijzers van de klokken en niet proberen de tijd te ‘exploiteren’. Laten we ruimte maken voor onze ‘eigen’ tijd.
Op zondag 29 januari is de filosoof te gast in Flagey te Brussel. Alle info hierover vind je hier: http://www.flagey.be/nl/programma/19966/rudiger-safranski-tijd-hoe-tijd-en-mens-elkaar-beinvloeden
13 januari 2017
Een Schönberg-ervaring op vrijdag de 13de
Wat een dag! Vrijdag de 13de, ik zou nog in het bijgeloof beginnen geloven. Vanmorgen knipperde er een onheilspellend lampje in mijn auto. Toch maar even naar de garage. Maar daar kreeg ik geen goed nieuws: torenhoge kosten en na rekensommetje bleek mijn auto klaar voor de schroothoop…. De toon is gezet voor de dag. Straks ga ik Schönberg nog geloven: het getal 13 brengt ongeluk.
Het getal wordt immers al jaren bekleed met bijgeloof. 13 ontkracht de perfectie die vervat zit in de 12 maanden, de 12 apostelen of de 12 noten van de toonladder. Wist je bovendien dat de Egyptenaren 12 maanden hadden met 30 dagen en een 13de maand met de overige vijf dagen? Die dertiende maand werd al snel de ongeluksmaand. Dat vond ook de Weense componist Arnold Schönberg die zover ging dat een liedbundel geen 13de lied mocht bevatten en de titel van zijn opera niet mocht bestaan uit 13 letters.
Ironisch genoeg werd Schönberg geboren op 13 september 1874 en – hoe kan het ook anders – stierf hij op 13 juli 1951. Zijn hele leven lang geloofde hij dat het getal hem ongeluk zou brengen. En wat aanvankelijk een bijgeloof was groeit uit tot een obsessie, in medische termen ook wel triskaidekaphobia genoemd.
Het ongeluksgetal is gekend in alle contreien en periodes, maar in Schönbergs tijd verschijnt in 1907 het boek Friday the 13th van Thomas Lawson. Overal waar het boek gelezen wordt, vooral in het Westen, vliegt de interesse in het bijgeloof plots de pan uit. Het komt zijn fobie zeker niet ten goede. Het belet Schönberg bijvoorbeeld om in een huis te wonen met het nummer 13. Maar het meest opvallend is wat het met zijn muziek doet: zijn vijftien-delige liedercyclus uit 1908, Das Buch der Hängenden Gärten, nummert hij voor zichzelf zo dat er geen lied nr. 13 is. En ook schrapt hij een ‘a’ in de naam Aaron in de titel van zijn opera Moses und Aron omdat die anders 13 letters zou bevatten.
In 1939 schrijft hij aan een vriend: “Ik voel me niet goed. Ik ben nu 65 jaar en je weet dat 5x13 gelijk is aan 65 en 13 mijn ongeluksgetal is. Daarom voorspel ik dat indien ik dit ‘5x13-jaar’ overleef, dat ik zal sterven binnen 13 jaar.” Maar de voorspelling komt niet uit. Wanneer hij op zijn 76ste door zijn vriend Oskar Adler er op gewezen wordt dat 7+6 gelijk is aan 13, breekt hem het angstzweet uit. Hij gelooft plots dat zijn dood eraan komt. Wanneer dan ook vrijdag 13 juli 1951 nadert, begint Schönberg zich angstig en depressief te voelen. De dag zelf krijgt hij koorts en moet zijn vrouw de dokter erbij halen. Later zal zij zeggen: “Hij stierf om 23u45. De laatste dertien minuten van vrijdag de 13de kon hij niet meer aan en werden hem fataal.”
5 december 2016
Klassieke muziek voor kinderoortjes
De lieve goede Sint is in het land!
Wie kinderen of kleinkinderen heeft, kreeg de afgelopen dagen weer een goede opfrissing van het brede repertoire aan Sinterklaasliederen. Onder die liederen ongetwijfeld enkele ‘klassiekers’ die al generaties lang meegaan. Denk aan Zie ginds komt de stoomboot… of Hij komt, hij komt…
Maar wist je dat deze Sinterklaasliedjes vaak geïnspireerd zijn op melodieën van beroemde componisten? Robert Schumann zou het moeten weten dat de Fröhliger Landmann, een stukje uit zijn Album für die Jugend (een reeks pianowerkjes die hij in 1848 schreef voor zijn drie dochters), een tweede leven zou beginnen leiden als Hij komt, hij komt…! 50 jaar nadat Schumann zijn muziek neerschreef duikt de melodie opnieuw op in Nederland in Sint Nikolaas, twaalf versjes met melodieën van Katharina Leopold (Groningen, 1898).
Nog eentje? In 1912 zet een zekere Johan de Veer de woorden Zie ginds komt de stoomboot… op een vrolijk melodietje. Dit melodietje komt rechtstreeks uit Mozarts Haffner Serenade. Mozart schreef deze muziek op zijn 14de en is ondertussen het meest gekende kinderlied uit onze contreien. Straffe jongen toch die Mozart.
En dat je van simpele melodietjes iets fenomenaals kunt maken, bewijst het filmpje uit ‘die Konkurrenten’, over een groepje van vier Russische pianisten aan één piano. Beoordeelt u zelf!
11 november 2016
Recensie Julian Barnes - Tumult van de Tijd
Terwijl het bovengenoemde boek over Chopin en De Rest is Lawaai het over een musicologisch-biografische boeg gooien, wordt in Tumult van de Tijd het verhaal over de componist eens verteld vanuit emotioneel oogpunt. Hoe beleefde Sjostakovitsj de repressie en de terreur van het communistische regime? Wat ging er in hem om toen zijn vrienden om hem heen opgepakt werden, spoorloos verdwenen, en zijn muziek verloochend en verboden verklaard werd? Dat is de wonde waarop de auteur zijn vinger wil leggen.
Door die sterk emotionele aanpak in de vorm van soms heel korte gedachtegangen, bijna opgevat als een dagboek, leest het boek als een trein. Je wordt meegezogen doorheen het hele leven van de componist. Voor mij als muzikant en musicoloog was het dan ook soms verrassend om te merken hoe hierdoor voor de hand liggende muzikale hoogtepunten uit het leven van Sjostakovitsj in dit boek als een fait divers passeren zonder al te veel omhaal. Wat ik bijvoorbeeld een fantastisch weetje vind over Sjostakovitsj is het onophoudelijke applaus dat hij kreeg na de première van zijn 5de Symfonie. Het applaus wordt gezien als een steun of een eerbetoon van het volk aan de componist. Het publiek toonde hem op die manier dat ze zijn verborgen boodschap over de weerstand tegen het regime begrepen had, een boodschap die voor de partijleiding volledig onbegrepen bleef. Ik vond het frappant dat romanschrijver Julian Barnes hier niet meer dan een aantal regels aan besteedt. Terwijl het net dit soort opmerkelijke levensgebeurtenissen zijn waarover ik gehoopt had te kunnen lezen.
Deze aanpakt toont aan dat voor Barnes de nadruk niet op de muziek ligt, maar op de persoon zelf. Dé rode draad doorheen het boek is de relatie van Sjostakovitsj met zijn moeder en met de diverse vrouwen in zijn leven. De auteur baseert zich hier op de talrijke correspondenties en getuigenissen van en over de componist. Maar ik kan me er toch niet van ontdoen dat sommige elementen uit hun context zijn gehaald. Is dat erg? Helemaal niet! Als auteur dien je immers omwille van de structuur en leesbaarheid bepaalde lijnen in de verf te zetten. Barnes maakte een niet-muzikale keuze, maar daarom zeker geen oninteressante keuze.
Ik kan en mag dit boek dus zeker niet vergelijken met een dikke biografie over Sjostakovitsj. In Tumult van de Tijd ga je niet lezen hoe Sjostakovitsj tot zijn typische compositiestijl komt. Barnes slaag er daarentegen wonderwel in om de sfeer van machteloosheid en verdrukking gedurende de Stalinistische periode weer te geven. Ik zou deze sfeerschepping zelfs durven vergelijken met Hans Fallada’s meesterwerk Alleen in Berlijn (Jeder stirbt für sich allein). Via het levensverhaal van Sjostakovitsj vertelt Barnes het verhaal van het volk en van het ‘systeem’. Het is een verhaal dat je allesbehalve onberoerd laat.
Wat me ook heel erg aanspreekt is hoe dit boek de actualiteit in de verf zet en hoe het ons een spiegel voorhoudt. Want, al lezend laat Barnes je nadenken over de oncontroleerbaarheid van onze huidige maatschappij en haar onrechtvaardigheden. Sjostakovitsj brak voor het regime, werd ongelukkig en somber, en raakte veel kwijt. Zwichten voor die vervreemdende maatschappij bracht hem niets op. Zou hij andersom gelukkiger geweest zijn?
Julian Barnes – Het tumult van de tijd. Vertaald door Ronald Vlek. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. 224 blz.
15 oktober 2016
Nietzsche is jarig. Wat jullie nog niet wisten: Nietzsche als componist
“De muziek maakt de geest vrij, geeft de gedachten vleugels; men wordt des te meer filosoof, naarmate men meer musicus wordt…” uit Het Geval Wagner (mei 1888)
Zijn hele (korte) leven lang onderneemt Nietzsche pogingen om te componeren. Hij componeert meer dan 70 klassieke muziekwerken, het grootste deel voor de piano. Voor Nietzsche was componeren, en dan voornamelijk het creatieve proces dat ermee gepaard ging, een manier om een bovennatuurlijke inspiratie op papier uit te drukken. Zonder zijn muziek zouden een filosofisch traktaat zoals De Geboorte van de Tragedie uit de Geest van de Muziek (1872) er nooit gekomen zijn. In zijn Geboorte van de Tragedie beschrijft Nietzsche de dichotomie van het Apollinische, tegenover het Dionysische. Apollo, de god van de kunsten vertegenwoordigt een harmonische en redelijke kracht. Dionysos, de Griekse god voor mateloosheid, staat voor het chaotische en het irrationele en is bij Nietzsche het symbool van de kracht die het creatieve proces veroorzaakt. Het is het Dionysische dat hem stimuleert om muziek te schrijven. In de muziek zelf komen het harmonische en het dynamische uiteindelijk samen: De beweeglijkheid van de melodie wordt ingedeeld in maten en akkoorden. En door de combinatie van melodie en harmonie komen we tot muziek.
Tot grote frustratie van Nietzsche was het componeren echter niet voor hem weggelegd. Richard Wagner, waar hij lange tijd kind aan huis was, raadde het hem zelfs volledig af. En ook de composities die hij cadeau schenkt aan Cosima, de dochter van Liszt en Wagners echtgenote, worden maar lauwtjes ontvangen. Tijdsgenoot en dirigent Hans von Bülow gaat zelfs nog een stapje verder. Hoewel hij immens enthousiast is over Nietzches filosofisch werk en zijn tekst De Geboorte van de Tragedie, reageert hij vernietigend toen Nietzsche, in een vrijmoedige bui, een van zijn composities aan hem voorlegde. Zo schrijft hij aan Nietzsche over diens Manfred-Meditatie: "Uw Meditatie heeft vanuit de muzikaal oogpunt geen andere waarde dan dat van een misdrijf tegen de morele orde.'' Nietzsche laat zich echter niet ontmoedigen door dergelijke tegenslagen. Als controversieel filosoof was hij zich maar al te bewust van de moeilijkheden die men kan tegenkomen tijdens het creatieproces. En hoewel hij wel wat voorzichter wordt in zijn eigen uitspraken over zijn composities en heel wat muziekwerken uit ontevredenheid aan de kant legt, is er toch altijd één leuze die hem altijd zal bijblijven:
"Zonder muziek zou het leven voor mij een vergissing zijn"
Ik kan dit enkel maar beamen.